maar nu dagje vrij dankzij de marrons ☺

En vandaag dus tijd om weer anekdotes te schrijven dankzij een nationale feestdag (Dag van de Marrons; zo heeft iedere bevolkingsgroep hier een feestdag). Vandaag uitrusten rondom huis en in de stad, waar de weekends de laatste weken in het teken stonden van uitjes buiten de stad. Afgelopen weekend met een paar vrienden naar Nickerie en Bigi Pan geweest. Nickerie is de 3e grootste stad van SU (14.000 inwoners ;-), in het westen) maar het doel was vooral Bigi Pan, een natuurgebied met een groot meer (= bigi pan) met mangrove en heel veel mooie vogels, met als hoogtepunt de rode ibissen, ongekend mooi! Bijna fluoriserend rood! Ook prachtige buizerds, visarenden, mangrovereigers en kaaimannen. Het weekend daarvoor naast een mooie dolfijnentrip op de Surinamerivier cultureel in touw geweest naar de Jodensavanne, wat vroeger het grootste joodse centrum van het westelijk halfrond was. Oude overblijfselen van een synagoge, plantages, het cordonpad (een 95km lang afscheidingspad vroeger bemand door militairen om te zorgen dat de slaven niet konden ontsnappen), en oude begraafplaatsen met bekenden en minder bekenden. En verder doet een dagje ontspannen aan White Beach of Colakreek (zo genoemd omdat het water de kleur van cola heeft) ook goed! Enne… cultureel genieten houdt natuurlijk ook in genieten van roti met kouseband of eten op blauwgrond bij de warungs met teloh (cassave) met bakabana (mijn favoriet) met een dhawet (roze kokosdrankje). De zusters op het werk vonden het overigens geweldig (lees: het werd de hele afdeling over geroepen) dat ik zelf ook Surinaams kook, bijvoorbeeld bitawiri of sopropo met zoutvlees en (uiteraard) kip. Vanavond maar eens pom proberen te maken…!
Stopwoorden van de SU bevolking (die inmiddels ook al in mijn arsenaal zitten dus ik begin echt te integreren...):
‘hoor’ (zo maar uit het niets of achter je zin)
‘toch’ (achter elke zin aan)
‘dus dat’
‘zetten’ (ik heb m’n moeder daar gezet; heeft u de servetjes erbij in het zakje gezet etc etc)